Ecologisch inrichtingsplan voor het collectieve erf van drie vrijstaande woningen in het buitengebied van Woudenberg.
Inpassing erf in landschap
Onderdeel van landgoed
Natuurinclusief
De locatie van het project is een voormalig landbouw perceel. Het perceel wordt omsloten door bomenrijen en houtwallen die kenmerken zijn voor de kamerstructuur in deze omgeving.
Het ontwerp voor het collectieve erf en de groen inrichting van drie kavels sluit aan op het mozaïeklandschap met ‘kamers’. Door toepassing van streekeigen beplanting wordt de biodiversiteit versterkt.
Analyse van de erven in de omgeving geeft aanleiding het erf vorm te geven als een cluster van volumes in een ‘strooi’ opzet. De verstrooide opzet wordt bereikt door aan de bebouwing (de paarse en grijze blokken) rechthoekige volumes toe te voegen die vooral bestaan uit vakbeplanting en boomgroepen in een grid. Zo ontstaat er samenhang tussen de drie woningen en een mooi groen erf.
Langs de grenzen van het plangebied is de beplanting ‘wollig’ (houtwallen met inheemse heesters en bomen) en sluit het aan bij het mozaïeklandschap.
Binnen het erf is het hoekig en formeel ingericht met beplanting in afgebakende rechthoekige plantvakken. Deze vakken en ook de plantlijnen (van hagen, bomenrijen) lopen parallel of haaks aan de bouwvlakken, ze zorgen voor samenhang en geven het erf vorm. Door uitgekiende plaatsing werken ze als eyecatcher, zorgen ze voor privacy of creëren ze een geborgen tuinruimte.
De grenzen tussen de kavels worden niet benadrukt waardoor het erf als één groot geheel, dat goed in de omgeving past, ervaren wordt.
Elk van de opdrachtgevers kan zijn eigen deel naar wens inrichten. Door vanuit het raamwerk te denken vormt het erf een geheel en is er tegelijk ruimte voor individuele keuzes.
Door toevoeging van inheemse heesters en bomen langs de grenzen van het plangebied worden de lijnen doorgetrokken die de kenmerkende kamerstructuur versterken.
Om de biodiversiteit te versterken wordt er extra groen toegevoegd binnen het erf en zo min mogelijk verharding toegepast. De beplanting is gevarieerd en zoveel mogelijk inheems.
De inheemse beplanting is belangrijk voor vogels, (kleine) zoogdieren en allerlei insecten.
Binnen het collectieve erf komen geen schuttingen maar hagen van inheemse heesters.
Verder van de woningen af zijn de tuinen wilder ingericht met onder meer streekeigen bloemenweide mengsels.